Print

Nieuwe wetgeving en regelgeving in 2025

Nieuwsbrief lokale economie - februari 2025

Een nieuw jaar gaat steeds gepaard met nieuwe wetgeving en regelgeving. Om het jaar goed te starten, lijsten we graag de belangrijkste wijzigingen voor jou op.

SOCIALE WETGEVING

Loonindexering 

De stijging van het brutoloon in de horecasector bedraagt 3,571 %. Een overzicht van de nieuwe loonbarema’s vind je terug op de website van Horeca Vlaanderen

Sociaal overleg 

  • Verhoging wettelijke pensioenleeftijd naar 66 jaar 
  • Voor pensioenen die ingaan vanaf 1 februari 2025 stijgt de wettelijke pensioenleeftijd naar 66 jaar. In 2030 volgt dan een stijging naar 67 jaar. 

Digitale controlekaart bij tijdelijke werkloosheid 

Als één van jouw werknemers op tijdelijke werkloosheid wordt gesteld (bijvoorbeeld om economische redenen) dan moet je, uiterlijk op de eerste geplande werkloosheidsdag van de maand, een controlekaart C3.2A bezorgen aan jouw werknemer. Zo kan de RVA controleren of de werknemer recht heeft op werkloosheidsuitkeringen of niet.

Maandelijkse uitkering geboorteverlof en extra pleegouder- of adoptieverlof 

In 2025 veranderen er ook enkele zaken met betrekking tot werknemers die mama of papa worden. Zo ontvangt een werknemer die geboorteverlof opneemt de uitkering maandelijks sinds 1 januari 2025. De aangifte moet dan door de werkgever ingediend worden op de eerste werkdag van elke maand, voor de dagen geboorteverlof die de werknemer de voorgaande maand ten laste van de mutualiteit heeft opgenomen. 

Daarnaast hebben werknemers die pleegouder zijn/worden of een kindje adopteren recht op één extra week pleegouder- of adoptieverlof. Deze week wordt toegevoegd aan het bijkomend krediet en kan door de ene of de andere ouder opgenomen worden. 

Studentenarbeid daalt opnieuw van 600 naar 475 uren 

Sinds 1 januari 2025 mogen studenten opnieuw maximaal 475 uur per jaar werken als jobstudent. In 2023 en 2024 had de federale regering het quotum tijdelijk opgetrokken naar 600 uren per jaar als steunmaatregel om de coronapandemie op te vangen.

Wijzigingen voor flexi-medewerkers 

Eind vorig jaar lanceerde de RSZ een nieuwe onlinedienst Flexi at Work waar je maandelijks de flexilonen van al jouw tewerkgestelde flexi-jobmedewerkers moet aangeven.

 

ALGEMENE WETGEVING

Wijzigingen in de tabakswetgeving

Er mag vanaf dit jaar niet meer gerookt worden in pretparken, kinderboerderijen of bij speelterreinen, dierentuinen en sportterreinen. Het uitgebreide rookverbod geldt ook binnen een straal van 10 meter van in- en uitgangen van zorgcentra, ziekenhuizen, kinderdagverblijven, scholen en bibliotheken. Dit verbod blijft altijd van kracht, ook buiten de openingstijden en tijdens privéfeesten. Let op: het rookverbod geldt niet op horeca-terrassen die op sportterreinen gelegen zijn.

Daarnaast verbiedt de wet sinds 1 januari 2025 de verkoop van tabaksproducten via tijdelijke verkooppunten. Vanaf 1 april 2025 zal het niet langer toegestaan zijn om tabaksproducten uit te stallen in verkooppunten en zal het verboden zijn tabaksproducten te verkopen in winkels met een oppervlakte van 400 m² of meer. 

Ter herinnering: Het is sinds 12 april 2024 verplicht om een leeftijdsbewijs op te vragen bij de verkoop van tabaksproducten aan alle personen die jonger lijken dan 25 jaar. 

Sinds 15 april 2024 is het voor minderjarigen strikt verboden om rookkamers in horeca te betreden. 

Laadpunten op jouw parkeerterrein 

Sinds 1 januari 2025 moeten parkeerterreinen van alle bestaande niet-residentiële gebouwen met meer dan 20 parkeerplaatsen verplicht uitgerust zijn met minstens twee oplaadpunten voor normaal of hoog vermogen voor een elektrisch voertuig

Wijzigingen in het EPC NR 

Vanaf 2025 moeten grote niet-residentiële gebouweenheden met een bruikbare vloeroppervlakte gelijk aan of groter dan 1 000 m² over een EPC NR beschikken, ongeacht verkoop, een andere vorm van overdracht of verhuur. De eigenaar van het pand is verantwoordelijk voor het opmaken van een EPC NR. In de toekomst staan er nog meer aanpassingen gepland, check zeker nog eens de regelgeving.

Hervorming buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht  

Op 1 januari 2025 trad het zogenaamde boek 6 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek in werking. Dit heeft onder meer tot gevolg dat de quasi-immuniteit van de aangestelden en lasthebbers van een werkgever is afgeschaft, dit zowel voor nieuwe als voor bestaande contracten.

Wat betekent dit? Tot nu toe kon een contractspartij zich in principe niet richten tot de aangestelden en lasthebbers van de werkgever, maar enkel de werkgever zelf rechtstreeks aanspreken. Maar sinds begin januari wordt de mogelijkheid dus ingevoerd voor een contractspartij om zich wel te richten tot de aangestelden en lasthebbers van de werkgever (op buitencontractuele grond). De mogelijkheid om de werkgever zelf rechtstreeks aan te spreken (op contractuele grond) blijft daarbij gewoon bestaan. 

Als je wil vermijden dat een contractspartij zich richt tot jouw aangestelden of lasthebbers, is het belangrijk om te overwegen om bovenstaande mogelijkheid in al jouw contracten met derden contractueel uit te sluiten. Tevens kun je overwegen om ook het risico voor jouw aangestelden/lasthebbers contractueel te beperken door een vrijwaringsclausule op te nemen in de arbeidsovereenkomst of de overeenkomst van zelfstandige samenwerking. In zo’n vrijwaringsclausule kun je dan opnemen dat je, indien en voor zover de aangestelde/lasthebber buitencontractueel aansprakelijk wordt gesteld in uitvoering van zijn opdracht voor jouw onderneming, hem/haar integraal zal vrijwaren voor enige kosten en uitgaven waartoe de aangestelde/lasthebber op grond van zijn buitencontractuele aansprakelijkheid ten aanzien van een derde-contractspartij zal zijn gehouden.  

Verder is het ook aangeraden om bij jouw verzekeraar na te gaan wat wel en wat niet gedekt is door de respectievelijke polissen die je afsloot. 

Ter bescherming van de eigen werknemers is het aangewezen dat de werkgever de buitencontractuele aansprakelijkheidsmogelijkheid contractueel uitsluit. Daarnaast is het ook zo dat een werkgever altijd een natuurlijk persoon heeft die lasthebber is (bestuurder) en dus kan aangesproken worden. Ook de werkgevers (of de natuurlijke personen achter de rechtspersonen) kunnen dus gebaat zijn bij het contractueel uitsluiten van de buitencontractuele aansprakelijkheidsmogelijkheid zoals hierboven vermeld.