Planbatenheffing, belasting op de meerwaarde van een grond na een bestemmingswijziging
De planbatenheffing is een belasting op de meerwaarde die een perceel krijgt door een bestemmingswijziging naar aanleiding van een ruimtelijk uitvoeringsplan of RUP (bv. een stuk landbouwgrond wordt bouwgrond of een zone voor bedrijvigheid en stijgt daardoor in waarde). Een RUP kan worden vastgesteld door het Gewest, de provincie of de gemeente.
De inkomsten van de planbatenheffing dragen bij tot de financiering van het ruimtelijk beleid in Vlaanderen, onder meer voor het betalen van de planschadevergoeding, de tegenhanger van de planbatenheffing. De Vlaamse overheid betaalt die vergoeding als percelen door een bestemmingswijziging in waarde dalen.
De planbatenheffing is een heffing die verschuldigd is door de eigenaars van percelen die door een bestemmingswijziging een potentiële meerwaarde krijgen. Wie op het ogenblik dat het RUP in werking treedt de eigenaar is van de percelen, moet de planbatenheffing betalen.
Nadat een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) in werking is getreden, verstuurt de Vlaamse Belastingdienst voor 31 december van het daaropvolgende jaar een aanslagbiljet aan de volle of de blote eigenaar(s) van het perceel.
De hoofdbelastingplichtige ontvangt het aanslagbiljet. Eventuele mede-eigenaars ontvangen een kopie ervan.
Meer informatie over de procedure vind je op de website van de Vlaamse Belastingdienst.
De berekening gebeurt altijd per kadastraal perceel afzonderlijk.
Voor elke bestemmingswijziging zijn andere tarieven van toepassing. De exacte bestemmingswijzigingen die het perceel ondergaan ten gevolge van het ruimtelijk uitvoeringsplan dat de planbatenheffing doet ontstaan, zijn steeds opgenomen in de berekeningsbijlage bij het aanslagbiljet.
